Nooit meer slapen: 1. Lobi-dobi
Deze week ben ik elke nacht een paar minuutjes te horen in VPRO’s Nooit Meer Slapen om een kort verhaal voor te dragen, geïnspireerd door de actualiteit. Elke werknacht na het journaal van 01:00 uur, op Radio 1. De volgende ochtend vindt u het verhaal hier terug.
Lobi-dobi
‘Weet je nog,’ zeg ik, ‘dat we die berg beklommen, dat we de top bereikten en dat jij niet meer terug naar beneden durfde? Je was een jaar of acht, denk ik. Vertel me eens wat er toen gebeurde.’
Hij mompelt: ‘Weet je toch.’
‘Maar ik wil het van jou horen, hoe het voor jou was.’
Ik vis een nieuw biljet van vijftig uit mijn portefeuille, leg het op het stapeltje dat naast mijn heup op de deken ligt.
Hij vertelt.
Ik hoef niets nieuws te horen, alleen die paar hoogtepunten. Er zijn maar heel weinig mensen die hun laatste, hun allerlaatste wens in vervulling zien gaan. Ik prijs me gelukkig.
De laatste keer dat ik hem zag moet in 2004 geweest zijn. Hij ruikt naar benzine, nu, gore handen heeft hij ook, alsof hij tegenwoordig zelf in een van zijn garages werkt.
‘Doe de Lobi-dobi nog eens voor me.’
Een golfje weerzin rimpelt over zijn gezicht, maar hij herstelt zich en na een nieuw biljet trekt hij het smoelwerk waar ik altijd zo om moest lachen. De Lobi-dobi. Lachen zou me nu teveel pijn doen, maar ik voel de warmte van plezier in mijn buik en dat is genoeg.
Tien biljetten later is het bezoekuur ten einde.
Ik heb een laatste vraag aan hem. ‘Ik wil dat je zegt, “Vergeef me, vader”. Wil je dat doen?’
Hij kan driftig zijn, dat gevaar bestaat. Voor de zekerheid verdubbel ik het bedrag. En dan zegt hij het toch. Vergeef me, vader. Schuchter staat hij op, een korte buiging. Dan is hij de kamer uit. Naast mijn hand ligt onaangeroerd het stapeltje bankbiljetten.